Bob Seffinga behaalt zijn Executive MBA bij Ifmec met ‘Zorg voor Energie’

“We maken het onnodig ingewikkeld”

Bob Seffinga, projectleider MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) bij Cosis, behaalde zijn Executive MBA bij Ifmec met de dissertatie ‘Zorg voor Energie’. Bob heeft bewust gekozen voor de MBA opleiding via Ifmec, en heeft genoten van 3 jaar studie. De kennis die hij heeft verworven in de praktijkgerichte opleidingsmodules kan hij toepassen in de dagelijkse praktijk.

”Deze opleiding heeft mij een heel andere kijk gegeven op dezelfde vraagstukken.”

Seffinga was al langer geïnteresseerd in het behalen van zijn MBA. “Ik ben geïnteresseerd in hoe dingen in elkaar steken en wil graag nieuwe kennis tot mij nemen.” Die interesse richt zich bij hem met name op het vakgebied van facilitymanagement en meer specifiek op het onderwerp duurzaamheid. In 2008 had hij al eens onderzoek gedaan naar Duurzaam facilitair beheer in de verpleging en verzorging. “De MBA-studie bleek een uitstekende aanvulling.”

“Ik wilde de studie afronden met een onderzoek waar in de praktijk ook daadwerkelijk iets mee wordt gedaan. Het is jammer om kennis te vergaren en deze niet te gebruiken. Toen ik mijn MBA startte was ik hoofd van de facilitaire afdeling van Promens Care. De ondersteunende diensten van Promens Care en NOVO zijn in de loop van de studie samengevoegd. Ik kreeg daardoor de mogelijkheid om vanuit een nieuwe rol als Projectleider MVO mijn passie voor duurzaamheid in de praktijk vorm te geven. Eind 2015 heb ik besloten om onderzoek te doen naar de factoren die een rol spelen om het vastgoedbestand van Promens Care en NOVO energieneutraal te kunnen maken”.

Niet direct een logische volgorde, omdat de meeste studenten eerst het onderwerp kiezen en daarna met hun MBA starten. Ifmec maakt het echter door de modulaire opbouw van de opleiding mogelijk dat studenten op hun eigen tempo en in hun eigen volgorde de opleiding volgen. “De modulaire opbouw was voor mij reden om voor Ifmec te kiezen”, vertelt Seffinga. “Omdat ik de opleiding op eigen initiatief en grotendeels voor eigen rekening heb gevolgd, was het van belang dat het traject goed met mijn werk te combineren was. Daarbij sprak de praktijkgerichte insteek, waar ervaring belangrijk is, mij zeer aan. Dit leverde mij heel veel direct toepasbare kennis op. En ook het uitwisselen van ervaringen met medestudenten was daarbij erg waardevol.”

Het schrijven van de dissertatie ‘Zorg voor Energie’ heeft hem veel geleerd en nieuwe inzichten gegeven. “Om te kunnen komen tot een energieneutraal vastgoedbestand zijn er vier belangrijke factoren: economie, technologie, gedrag en beleid. Vanuit mijn achtergrond als facilitymanager keek ik in het verleden voornamelijk naar de technologie en de budgetten die daarvoor nodig zijn. Met het gedrag van de gebruiker werd eigenlijk geen rekening gehouden. Dat werkt natuurlijk niet in de praktijk. Wanneer je een bestaande situatie wilt veranderen moet je meerdere afwegingen maken en dat moet zorgvuldig worden gedaan. We maken het ons zelf daarbij vaak wel onnodig ingewikkeld, waardoor het moeilijk is om tot resultaten te komen.”

Seffinga legt uit: “Gedrag is een heel ander aspect dan economie en technologie. En dat ligt niet alleen bij de gebruikers, maar ook bij leidinggevenden en het managementteam van een organisatie. Leidinggevenden en managers hebben hierbij een voorbeeldrol. Technologie kost geld en het is belangrijk om te kijken naar de terugverdientijden van investeringen. Het is daarom soms verstandiger om een investering uit te stellen en eerst te werken aan een gedragsverandering.” “Vóór de studie zou ik waarschijnlijk alleen naar het totale energieverbruik van de organisatie hebben gekeken en hoe dit met het toepassen van technologie zou kunnen worden gereduceerd. Ik ben me er nu van bewust dat dit te kort door de bocht is en dat het van belang is om te kijken vanuit een breder perspectief. Bijvoorbeeld hoe kan energiezuinig gedrag worden gestimuleerd en wat kan het de organisatie opleveren.

Op de vraag of het toch niet voornamelijk aankomt op het doen van investeringen wijst Seffinga op het feit dat in zijn werkomgeving slechts een zeer beperkt gedeelte van het vastgoed in eigendom is en de rest wordt gehuurd. “Je moet je afvragen of het verstandig is om te investeren in bijvoorbeeld zonnepanelen als je niet weet of je over twee jaar nog de huurder bent en de investering nog niet hebt terugverdiend.” Zou het niet juist een statement van een organisatie zijn om deze investering dan toch te doen? “Natuurlijk zou dat een mooi statement zijn. Maar het belangrijkste is dat organisaties een weloverwogen keuze maken. Het opstellen van een (energie)beleid kan daarbij helpen. Keuzes worden dan niet per toeval gemaakt.”

Kan Cosis komen tot een energieneutraal vastgoedbestand in 2025? De centrale onderzoeksvraag in de dissertatie van Seffinga wordt uiteindelijk bevestigend beantwoord, mits er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Bob Seffinga ontwikkelde daarvoor ‘Het EnergieTransitieWiel”. Hierin vormen economie, technologie, gedrag en beleid de factoren om te kunnen komen tot een energieneutraal vastgoedbestand. Seffinga wil dit nog omzetten naar een breed inzetbaar instrument voor andere organisaties. Het onderzoek zal daarom eerst worden geanonimiseerd voordat het wordt gepubliceerd.

Seffinga gebruikt de metafoor van een wiel om aan te geven dat het van belang is dat de factoren goed op elkaar moeten worden afgestemd. Wanneer een van de factoren niet optimaal wordt afgestemd op de overige factoren, ontstaat er onbalans. Met een wiel in onbalans is de kans klein dat het doel – in dit geval een energieneutraal vastgoedbestand – zal worden bereikt.

Ted Walraven, oktober 2016